- 30 liter water
- 1 kilo bakkersgist
- 10 kilo suiker
- Een scheut melk
- Een destilleerketel
Maak een papje van het water, de bakkersgist en de suiker. Je laat het papje twee weken staan zodat het kan gisten. De gist zet de suiker om in alcohol. Bij de vergisting van suiker is de kans dat op het ontstaan van giftige methanol niet zo groot.
Na twee weken heb je een alcoholische suikerdrank. Deze gooi je, met een scheutje melk erbij, in een destilleerketel. Destilleerketels zijn te koop, maar voor het hebben en gebruiken ervan moet je wel een vergunning hebben. Gezien je toch al wodka aan het stoken bent: op internet vind je ook tal van beschrijvingen over hoe je zelf een destilleerketel maakt, door bijvoorbeeld een snelkookpan om te bouwen of een eenvoudige ketel, die je boven een gasstel kan verwarmen.
Verwarm je alcoholische papje in de destilleerketel. Alcohol verdampt bij 70 graden en kan zo van het water gescheiden worden. De damp wordt opgevangen door de ketel en druppelt naar buiten. Voilà: je hebt je eigen vodka gestookt.